- Kees de Kramer
Liegende sollicitant ontslagen
De stelling dat zowel een wervend bedrijf als ook de kandidaat zich tijdens een sollicitatieprocedure (iets wat) mooier voordoen, wordt vaak als een open deur beschouwd. Niet zo raar toch? Je moet jezelf immers “verkopen”.
Maar er zijn natuurlijk grenzen aan dat opdoffen en oppoetsen. Liegen mag niet.
Dat is op 20 maart 2019 nog eens bevestigd door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2019:3196).
Wat was het geval?
De werkgever exploiteert een full-service internetbureau websites en webshops. Zij plaatst een vacature voor een medewerker Technisch Support. Enkele van de functie-eisen volgens de vacature zijn een afgeronde relevante HBO/WO opleiding en minimaal vier jaar relevante werkervaring in de ICT of bij internetbureaus.
De werknemer solliciteert op deze vacature en geeft aan te voldoen aan de opleidings -en werkervaringseisen. Hij wordt aangenomen en treedt in dienst bij het IT-bedrijf voor een periode van één jaar.
Op 11 juli 2017 meldt de werknemer zich ziek. Hij meldt zijn leidinggevende dat hij griep heeft. Op 17 juli 2017 meldt de werknemer zich nogmaals ziek. Op 19 juli 2017 vertelt hij dat hij overspannen is.
In een daarop volgend gesprek, op 31 juli 2017, gaat het onder meer over de werkervaring, scholing en referenties van de werknemer. Er bestaat twijfel en er worden afspraken gemaakt, te weten:
“Ik krijg ook graag zoveel mogelijk tastbare informatie over het bedrijf dat jij in China hebt gehad en als de grote referentie aangaf als bewijs dat je dit werk aankan.
Wellicht kan ik uit die zaken ook iets halen waarmee we je op een andere carrière pad zetten binnen ons bedrijf mocht de service desk het niet meer worden en jij toch gemotiveerd bent bij ons te willen blijven. En uiteraard wil ik, gezien je structurele neiging om regels niet op jezelf van toepassing te verklaren, ook graag weten of alles wel klopt zoals aan ons voorgehouden tijdens je sollicitatie. De sollicitatie waarin je aangaf deze baan met gemak ik vier dagen te kunnen doen en geen enkel moeite te hebben met de procedures en scenario’s zoals [leidinggevende] je voorhield. Ik heb je volledige casus ook aan een arbeidsjurist en bij onze P&O adviseur neergelegd.
Ik hoor vrijdag graag van je.”
Dan valt de werknemer onder de mand. Hij kan zijn kwalificatie niet aantonen. De werkgever reageert als volgt:
“Eerder deze week hadden we al geconstateerd dat de referenties die op je site stonden, helemaal niet door jou zijn gemaakt maar door het bedrijf [bedrijf A] uit [plaatsnaam] . Op last van hen heb je deze referenties dan ook verwijderd. Daarmee zijn je referenties die je had geleverd dus ook niet meer aanwezig.
Verder blijkt uit je aangeleverde stukken dat je geen HBO diploma hebt zoals in je CV staat maar alleen de propedeuse van de HBO opleiding oftewel het eerste jaar. Ook dit was een eis aan de functie.
Conclusie is dat je niet de waarheid hebt gesproken bij je sollicitatie als het gaat om de eisen aan de functie. Je beschikt over noch het opleidingsniveau noch de ervaring en referenties die nodig zijn om aangenomen te worden voor de functie. Niet alleen is het dan niet gek dat je het werk niet aankan, dit is zeer ernstig want regelrechte fraude.”
Op 28 augustus 2017 ontslaat de werkgever de werknemer op staande voet.
De kwestie komt daarna bij de rechter terecht.
Bij de kantonrechter krijgt de werknemer gelijk. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet is geslaagd in de bewijslevering van de opgedragen bewijsopdrachten dat in de sollicitatieprocedure met de werknemer is gesproken over het feit dat hij over een HBO-diploma beschikt en over de referenties. Dit betekent dat hetgeen de werkgever aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd, onvoldoende is om een dringende reden aan te nemen.
De werkgever laat het hier niet bij zitten en gaat in hoger beroep bij het hof. Daar krijgt hij wel gelijk.
Het hof:
“Een cv is een kerndocument waarop de werkgever in goed vertrouwen mag afgaan. In dit geval mocht [verzoekster] ervan uitgaan dat [verweerder] een hbo-diploma had verkregen aan de NHTV Breda Management. Nu een afgeronde hbo/wo opleiding, gelet op de vacature een vereiste voor de gevraagde functie was, kan dit een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren indien blijkt dat [verweerder] hierover niet beschikte, tenzij [verweerder] in een van de gesprekken heeft gezegd dat hij geen afgeronde hbo-opleiding had en dat [verzoekster] daarvan geen punt maakte.”
Van dat laatste is niet gebleken.
Naar het oordeel van het hof levert alles bij elkaar genomen een dringende reden op voor een ontslag op staande voet in de zin van artikel 7:678 Burgerlijk Wetboek die tot gevolg heeft dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
In deze kwestie was de werkgever toch wel vrij laat met het inhoudelijk diepgaander toetsen en beoordelen van de kwalificaties van de werknemer. Dat had het IT-bedrijf beter al tijdens de sollicitatieprocedure kunnen doen. Dat had haar veel negatieve energie en tijd bespaard.
Voor een sollicitant duurt eerlijkheid het langst, ook als de functie heel aanlokkelijk is en het geven van sociaal wenselijke antwoorden voor de hand ligt. Goed letten op de lichaamstaal, kopieën opvragen van de diploma’s en heel concreet en kritisch (door)vragen naar eerdere werkervaring, wil nog wel eens helpen om een misser te voorkomen.
Wilt u meer info neem dan contact op met onze specialisten: