Leidt dwangmatig gebruik van desinfectiegel tot dronkenschap?

Home » Leidt dwangmatig gebruik van desinfectiegel tot dronkenschap?
Leidt dwangmatig gebruik van desinfectiegel tot dronkenschap | FSV Accountant + Adviseurs

Leidt dwangmatig gebruik van desinfectiegel tot dronkenschap?

Op dit moment verschijnen er de nodige uitspraken van rechters die te maken hebben met de coronacrisis.

Sommige van die zaken spreken tot de verbeelding. Zo ook de arbeidskwestie bij de Rechtbank Gelderland van 30 november 2020 (ECLI:NL:RBGEL:2020:6307). Deze wil ik u niet onthouden.

De werkgever in dit geschil is een transportbedrijf handelend in houtvezelproducten. Zij koopt producten in bij met name in Duitsland en Frankrijk gevestigde houtzagerijen. Voor het transport daarvan maakt de werkgever gebruik van eigen chauffeurs. De werknemer is één van die chauffeurs.

De werknemer raakt betrokken bij een eenzijdig ongeval in Duitsland. De door hem bestuurde vrachtwagencombinatie komt in de berm naast de weg terecht, waarna de vrachtwagencombinatie in zijn geheel is gekanteld.

De politie stelt ter plaatse vast dat de chauffeur een alcoholpromillage in zijn bloed heeft van 1,77 promille. Veel te hoog dus.

Het rijbewijs van de chauffeur is daarop  ter plaatse door de politie ingenomen. De werkgever stopt vervolgens met de betaling van het salaris. De chauffeur kan immers zijn werk niet langer verrichten zonder rijbewijs. De chauffeur meldt zich daarop ziek. Enige tijd later krijgt hij zijn rijbewijs terug, maar wel met een GFF-aantekening. Door deze aantekening mag hij niet in Duitsland rijden

De werkgever vraagt aan de rechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Door met een alcoholpromillage van 1,77 aan het verkeer deel te nemen, heeft de chauffeur niet alleen een risico op beschadiging van het materiaal van de werkgever in het leven geroepen, maar – nog veel belangrijker – zichzelf en andere verkeersdeelnemers aan grote gevaren blootgesteld, aldus de werkgever. De werkgever stelt verder dat het in de uitoefening van de functie van vrachtwagenchauffeur dronken aan het verkeer deelnemen en het daardoor veroorzaken van een ongeval voor een beroepschauffeur een spreekwoordelijke ‘doodzonde’ is.

De chauffeur verweert zich tegen de ontbinding. En dat is toch wel een opmerkelijk verweer.

De chauffeur betwist dat hij op de dag van het ongeval alcohol heeft gedronken. Hij heeft niks gedronken, maar behoort vanwege zijn medische situatie tot een risicogroep voor besmetting met het coronavirus. Hij was zo bang om besmet te raken met het coronavirus en ernstig ziek te worden of zelfs mogelijk te overlijden. Deze toenemende angst leidde tot dwangmatig gedrag. Hij desinfecteerde zijn vrachtwagen en zichzelf extreem grondig, zodanig dat hij elke 5 tot 10 minuten zijn handen én zijn gezicht (neus, mond en wangen) met desinfectiemiddel insmeerde. Het desinfectiemiddel bevatte 80% alcohol. Bij het desinfecteren vindt de opname van alcohol (ethanol) vooral plaats via de huid en daarnaast ook via inademing (luchtwegen/longen) en via de slijmvliezen (bij de mond), aldus de chauffeur. Hij voert aan dat door een deskundige zal moeten worden vastgesteld wat de exacte gevolgen van zijn enorme dwangmatige desinfectiehandelingen zijn geweest.

Kortom, hem valt niks te verwijten.

De rechter gaat hier niet in mee. De rechter overweegt daarbij:

‘Een dergelijke hoeveelheid aangetroffen alcohol in de adem en het bloed van [verweerder] kan in beginsel slechts worden verklaard door het feit dat [verweerder] (een flinke hoeveelheid) alcoholische dranken moet hebben genuttigd. [verweerder] betwist dat en voert aan dat een andere oorzaak, namelijk zijn overmatig gebruik van desinfectiemiddel, heeft geleid tot het bij hem gemeten alcoholpromillage. [verweerder] heeft zijn verweer echter onvoldoende onderbouwd. De enkele suggestie dat het overmatig gebruik van een alcoholisch desinfectiemiddel kan leiden tot een (zodanig hoog) alcoholpromillage is, zonder een concrete onderbouwing die ontbreekt, onvoldoende om te weerleggen dat het alcoholpromillage van [verweerder] is veroorzaakt door een andere oorzaak dan het (bewust) nuttigen van alcohol.’

Als je iets bij de rechter stelt, zul je dat bij betwisting, toch nader moeten onderbouwen en zo nodig moeten bewijzen. Hierbij bijvoorbeeld door een rapport van een deskundige. Dat heeft deze chauffeur niet gedaan. Misschien nog wat voor een hoger beroepsprocedure. Ben benieuwd of dat er nog van gaat komen.

Ondanks dat de chauffeur zich heeft gemeld en er dus een opzegverbod geldt, ontbindt de rechter toch de arbeidsovereenkomst. Bij ziekte wordt een werknemer door de wet beschermd. Hij mag niet worden ontslagen omdat hij ziek is (geworden). Als een werkgever een zieke werknemer wil ontslaan loopt hij de eerste 104 weken tegen dat opzegverbod aan.

Dit betekent echter niet dat een werkgever een zieke werknemers nooit mag ontslaan. Daarvan is wel sprake als het ontslag niks met de ziekte te maken heeft. Een rechter toetst in zo’n geval ook of het verzoek verband houdt met de ziekte. Indien dit niet het geval is, geldt het opzegverbod niet.

Daarvan was ook hier sprake. Naar het oordeel van de rechter houdt het verzoek van de werkgever geen verband met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer omdat niet gebleken is dat het alcoholpromillage (indirect) het gevolg is van een ziekte. De chauffeur verliest dus zijn baan.

Wat denkt u, gaat de chauffeur in hoger beroep tegen het vonnis? Wij houden het voor u in de gaten!

Wilt u meer info neem dan contact op met onze specialisten:

mr. Henk ter Horst Juridisch Adviseur

h.t.horst@fsv.nl

Scroll naar boven